Een olieopvangtank of olieopvangkan is een apparaat dat in het nokkenas-/carterventilatiesysteem van een auto wordt gemonteerd. Het installeren van een olieopvangtank (of -kan) is bedoeld om de hoeveelheid oliedamp die terug in de inlaat van de motor komt, te verminderen.
Positieve carterventilatie
Tijdens de normale werking van een automotor komen er dampen uit de cilinder langs de zuigerveren en in het carter terecht. Zonder ventilatie kan dit de carterdruk verhogen en problemen veroorzaken zoals een gebrekkige afdichting van de zuigerveren en beschadigde oliekeerringen.
Om dit te voorkomen, ontwikkelden fabrikanten een carterventilatiesysteem. Oorspronkelijk was dit vaak een zeer eenvoudige opstelling waarbij een filter bovenop de nokkenas werd geplaatst en de druk en dampen naar de atmosfeer werden afgevoerd. Dit werd onaanvaardbaar geacht, omdat hierdoor dampen en olienevel in de atmosfeer terechtkwamen, wat vervuiling veroorzaakte. Het kon ook problemen veroorzaken voor de inzittenden, omdat de dampen in het interieur konden worden gezogen, wat vaak onaangenaam was.
Rond 1961 werd een nieuw ontwerp ontwikkeld. Hierbij werd de krukasontluchting in de inlaat van de auto geleid. Dit betekende dat de dampen en olienevel verbrand konden worden en via de uitlaat uit de auto konden worden afgevoerd. Dit was niet alleen aangenamer voor de inzittenden, maar betekende ook dat er geen olienevel in de lucht of op de weg terechtkwam in het geval van luchtkanaalventilatiesystemen.
Problemen veroorzaakt door inlaatgeleide krukasontluchters
Er zijn twee problemen die kunnen ontstaan ​​als de krukasontluchting in het inlaatsysteem van een motor wordt geplaatst.
Het grootste probleem is de ophoping van olie in de inlaatleidingen en het spruitstuk. Tijdens de normale werking van een motor kunnen de overtollige oliedampen uit het carter in het inlaatsysteem terechtkomen. De oliedamp koelt af en vormt een laagje op de binnenkant van de inlaatleidingen en het spruitstuk. Na verloop van tijd kan deze laag zich ophopen en kan er dikke sludge ontstaan.
Dit is verergerd door de introductie van het uitlaatgasrecirculatiesysteem (EGR) op modernere auto's. De oliedampen kunnen zich vermengen met de gerecirculeerde uitlaatgassen en roet, wat zich vervolgens ophoopt op het inlaatspruitstuk, de kleppen, enz. Deze laag verhardt en verdikt zich na verloop van tijd. Vervolgens raakt het gasklephuis, de wervelkleppen of zelfs de inlaatkleppen van motoren met directe injectie verstopt.
Ophoping van sludge kan leiden tot verminderde prestaties vanwege het beperkende effect dat het heeft op de luchtstroom naar de motor. Een overmatige ophoping op het gasklephuis kan leiden tot een slechte stationairloop, omdat het de luchtstroom kan blokkeren terwijl de gasklep gesloten is.
Het plaatsen van een opvangtank vermindert de hoeveelheid oliedamp die het inlaatkanaal en de verbrandingskamer bereikt. Zonder oliedamp zal het roet van de EGR-klep minder snel stollen op de inlaat, waardoor de inlaat niet verstopt raakt.